PTT Kievitsveld 2008-2009

Overname van informatie uit de verslagen is alleen toegestaan na toestemming van de contactpersoon van de betreffende telling en met bronvermelding.

Ook in het afgelopen seizoen werden op de derde zondagen van de maanden augustus tot en met april weer de Kievitsveld-tellingen gehouden volgens het principe van de PTT, de punt-transect-telling. Twintig vaste telpunten, vijf minuten tellen per punt en dan fietsen naar het volgende punt. Het was dit jaar ook nog eens het twintigste seizoen op rij, en nog steeds verveelt het ons beslist niet; we gaan dus vrolijk door op weg naar ons vijfde lustrum.

Wat zagen we zoal. Zoals eigenlijk elk jaar kwamen er ook dit jaar weer een paar nieuwe soorten bij, in dit geval twee, waarmee het totaal aantal op deze route getelde soorten nu op een alleszins respectabele 166 staat. De raaf is op de Veluwe natuurlijk geen onbekende verschijning, maar hij had zich tot nu toe nog niet laten horen of zien op onze route; in november was het dan toch zover. De tweede nieuwkomer was in januari de grote zilverreiger, een fraaie soort die vrijwel overal in Nederland de laatste jaren steeds meer waargenomen wordt en natuurlijk prima past bij een telroute die grenst aan de IJsselvallei.

Per telling werden 46 tot 56 soorten gezien en over het hele jaar 88 soorten. De grauwe gans lijkt, net als elders in Nederland, in steeds grotere aantallen te broeden in het gebied. Ook paren nijlganzen worden regelmatig waargenomen. Het kanaal biedt volop plaats aan broedende meerkoeten. De Grift en de dwarsbeken lijken steeds interessanter te worden voor de grote gele kwikstaart, zeker op plekken waar kunstmatige cascades gecreëerd worden. De ijsvogel, in augustus nog met tien exemplaren aanwezig, werd in februari en maart niet meer gezien, maar gelukkig bleken in april toch minstens drie individuen de wat strengere winter overleefd te hebben. Gezien het grote herstelvermogen van deze soort hebben we er alle vertrouwen in ook komend seizoen weer regelmatig te kunnen genieten van deze blauwe schicht, die zo af en toe ook best bereid is te poseren op een tak boven het water of op een weidepaaltje.

Het weer, altijd een belangrijke factor, was ons ook nu weer redelijk welgezind. Iets minder bewolking was natuurlijk welkom geweest, en ook de (mot)regen in januari en februari hadden van ons wel achterwege mogen blijven; we troosten ons dan met de gedachte dat het toch het grootste deel van de route droog was. Alleen in februari begonnen we met vorst; dat betekent overigens niet dat we het die andere maanden nooit koud hadden: de wind maakt het in de open gebieden al gauw wat kleumerig. Nieuwkomers (in principe altijd welkom, maar niet allemaal tegelijk graag) wordt dan ook altijd aangeraden een extra laagje mee te nemen.